In de Germaanse mythologie is Fenrir een van de drie folteraars van de wereld, samen met Hel en de Midgard Serpent Jörmungandr. Alle drie zijn ze kinderen van de boosaardige god Loki en de reuzin Angrboda. Fenrir vecht tegen de bestaande orde en belichaamt uiteindelijk de vernietiging van de wereld. De goden herkennen zijn gevaar, ketenen hem met een list vast aan een rots en laten hem diep in de diepten van de aarde zinken. Om het plan te laten slagen, offert Tyr, de oorlogsgod, zelfs een hand op.
De wolf is lange tijd geketend, totdat hij uiteindelijk, in de schemering van de goden, zijn kettingen breekt en Odin verslindt. Odins zoon, Widar, doodt Fenrir, maar het is te laat, de Vader van de Goden valt en met hem de orde van de wereld.