De Orde van de Arme Ridders van Christus (Latijn: Pauperes commilitones Christi Templique Solomonici), algemeen bekend als de Tempeliers of de Orde van de Tempel (Frans: Ordre du Temple of Templiers) was een van de beroemdste christelijke militaire ordes. Deze organisatie bleef een kleine twee eeuwen actief. Het werd in 1118 of 1119 gesticht door negen Franse ridders onder leiding van Hugo de Payens na de Eerste Kruistocht. Het oorspronkelijke doel was om de levens te beschermen van christenen die na de verovering de pelgrimstocht naar Jeruzalem maakten. Ze werden erkend door de Latijnse Patriarch van Jeruzalem, Gormond de Picquigny, die ze in de regel die van de Augustijner kanunniken van het Heilig Graf gaf.
Officieel bekrachtigd door de katholieke kerk in 1129, groeide de Orde van de Tempel snel in omvang en macht. De Tempeliers gebruikten als insigne een witte mantel met een rood kruis erop getekend. Leden van de Orde van de Tempel behoorden tot de best opgeleide militaire eenheden om deel te nemen aan de kruistochten. Niet-strijdende leden van de orde beheerden een complexe economische structuur in de hele christelijke wereld, creëerden nieuwe financiële technieken die een primitieve vorm van de moderne bank vormen, en bouwden een reeks vestingwerken in het hele Middellandse Zeegebied en het Heilige Land.