De Wars of the Roses, uitgevochten tussen 1455 en 1485, waren een reeks veldslagen om de Engelse kroon tussen de Houses of York en Lancaster. Beide families waren lid van dezelfde Europese koninklijke dynastie, de Plantagenets, die de afgelopen drie eeuwen over Engeland heersten. Deze burgeroorlogen (afgewisseld met korte periodes van relatieve vrede) danken hun naam aan het respectieve embleem van de rivaliserende families, een witte roos voor de Yorkisten en een rode voor de Lancastrians. Na 30 jaar politieke intriges en vreselijk bloedvergieten leidde de familievete uiteindelijk tot het einde van de Plantagenet-dynastie en de opkomst van het Huis van Tudor.
De slag om Tewkesbury, die op 4 mei 1471 werd uitgevochten, was een beslissende overwinning van de Yorkisten waarbij de jonge erfgenaam van Lancaster, prins Edward van Wales, stierf en koning Edward IV volledig op de troon werd gezet. Dit markeerde het begin van de langste periode van politieke stabiliteit voor Engeland in dit generatieconflict, dat echter onmiddellijk na de dood van Edward IV in 1483 weer oplaaide.